top of page

Met de steun van:

IJle lucht

De zone des doods, het stukje van de planeet dat boven de 8000 meter uitsteekt, is een bikkelharde, gure omgeving. De omstandigheden kunnen er dodelijk zijn. Temperaturen van –20˚ Celsius worden beschouwd als behoorlijk ‘aangenaam’ en windsnelheden tot 100 kilometer per uur zijn geen uitzondering.

Toch is het vooral het gebrek aan luchtdruk dat de zone des doods zo hard maakt. De luchtdruk neemt namelijk af naarmate je hoger klimt. Op 5000 meter, ongeveer de hoogte van de top van de Mont Blanc maar ook van de basiskampen op de meeste 8000ers, is de luchtdruk al met 50 procent afgenomen. In de zone des doods op 8000 meter blijft er van de luchtdruk op zeeniveau nog maar 33 procent over.

Let wel, het percentage zuurstof in de lucht blijft altijd 21 %, zowel op zeeniveau als op de top van Everest. Maar omdat de luchtdruk afneemt zitten er in één liter lucht op 8000 meter 67 % minder zuurstofmoleculen. Er is echter nog een tweede nadeel van de dalende luchtdruk. Zuurstof van je longen in je bloed duwen is een systeem dat ook werkt op basis van luchtdruk. Als er minder luchtdruk is, werkt dat systeem ook minder goed. Het gevolg daarvan is dat ondanks het feit dat de luchtdruk lineair afneemt naarmate de hoogte stijgt, de impact op het lichaam exponentieel toeneemt. Met andere woorden: voor het lichaam is het verschil tussen 8000 en 8500 meter veel groter dan het verschil tussen 7500 en 8000 meter.

Zuurstof is essentieel voor het functioneren van het menselijk lichaam. Alle lichaamsfuncties hebben zuurstof nodig. Het lichaam acclimatiseert wel geleidelijk aan om het zuurstofgebrek gedeeltelijk op te vangen. Tijdens een expeditie maakt het lichaam extra rode bloedcellen aan waardoor een alpinist meer zuurstof kan opnemen uit dezelfde lucht. Dat is ook de reden waarom sporters op hoogtestage gaan of in een hoogtekamer slapen.

Acclimatisatie is een langzaam proces. Zelfs na een expeditie van twee maanden op extreme hoogte blijft het moeilijk functioneren boven 6000 meter. Een alpinist kan ook nooit volledig acclimatiseren aan de zone des doods. Daarvoor is het verlies in luchtdruk te groot. Hoe snel je acclimatiseert is een kwestie van de juiste genen hebben. Je kan er dus niet op trainen.

Maar wat wel kan, is je acclimatisatie beginnen voor de start van de expeditie. Dat kan op verschillende manieren. Je kan op hoogtestage gaan. Dan slaap je en train je op hoogte. Je kan er ook voor kiezen om je trainingen op hoogte uit te voeren maar wel op zeeniveau te slapen. Ik heb ervoor gekozen om op hoogte te slapen terwijl ik tijdens de dag op zeeniveau ben. Gelukkig hoef ik daarvoor niet elke dag over en weer te pendelen naar de Alpen. Dat kan gewoon bij mij thuis in een hoogtetent.

Een hoogtetent werkt wel op een ander principe dan echte hoogte. Een hoogtetent maakt geen gebruik van lagere luchtdruk maar van zuurstofarme lucht. Dus in een hoogtetent is het percentage zuurstof in de lucht wel lager dan 21 %. Op de generator kan ik de hoogte instellen en dus ook het percentage zuurstof laten dalen. Zo kan ik elke nacht een beetje hoger slapen. Ik heb geen eigen hoogtetent maar huur een exemplaar bij Altitude dream. Zij komen de tent ook installeren en terug ophalen en staan me ook bij met advies tijdens de huurperiode.

Ik slaap nu al ruim drie weken in de tent en ondertussen heb ik een hoogte van net boven de 6000 meter bereikt. De maximum hoogte van de tent is 6500 meter en die hoogte zou ik begin volgende week moeten bereiken. Vanaf dan blijf ik elke nacht op die hoogte slapen tot het vertrek van mijn expeditie. Die 8 weken pre-acclimatisatie zouden me een geweldige start van de expeditie moeten geven.

Hieronder vind je een foto van de hoogtetent bij mij thuis.


84 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page